Om de sfeer voor de workshop te bepalen, is het belangrijk om de sessie op de juiste manier te openen. Daarom moet de facilitator assertief zijn in het introduceren van de sessie en het uitleggen van de agenda. Dit zorgt ervoor dat iedereen weet wie de leiding heeft en bij wie ze terecht kunnen met vragen. Deelnemers moeten dan de kans krijgen om zichzelf voor te stellen, zodat ze zich op hun gemak voelen om deel te nemen aan activiteiten met de rest van de groep. Introducties kunnen individueel worden gedaan, waarbij iedereen 1 of 2 minuten de tijd neemt om iets over zichzelf te vertellen aan alle anderen. U kunt ook de groep in tweetallen verdelen en elke deelnemer zichzelf aan zijn partner laten voorstellen. Na 2 minuten hergroepeer je de groep en vraag je elk lid om de andere persoon voor te stellen.

Het is even belangrijk om de sessie op een gepaste manier af te sluiten, zodat de deelnemers een gevoel van afsluiting krijgen. Hier moet de trainer samenvatten wat er is besproken. Richt je op positieve punten en prijs de deelnemers, maar benadruk ook of er iets anders moet worden gedaan. Dit kan eventueel ook met behulp van een evaluatieformulier. Gebruik wat je hebt geleerd om een vervolgplan op te stellen. Je kunt ook elke deelnemer vragen om één ding dat ze hebben geleerd van de sessie aan de groep te presenteren. Rond af met een van de meer energieke oefeningen uit de toolbox, zodat iedereen met een glimlach op het gezicht vertrekt.

IJsbrekers, opwarmers en energizers

Deze technieken worden gebruikt om deelnemers aan elkaar voor te stellen, een goede verstandhouding op te bouwen, ze wakker te schudden, hun interesse te wekken of om energie in de sessie te brengen. Zoals de naam al aangeeft, verwarmt de ijsbreker de leeromgeving tot het punt dat het ‘ijs’ dat deelnemers weerhoudt van interactie met elkaar smelt en de activiteiten kunnen beginnen.

Proces
Deze techniek gaat gepaard met een zekere mate van plezier. Het is de manier waarop het wordt gebruikt die het een ijsbreker maakt. Een grap, een kort spelletje of een of andere fysieke activiteit kunnen allemaal ijsbrekers zijn. Het integreren van persoonlijke informatie zoals namen, hobby’s enz. kan helpen om sneller een band op te bouwen. Als je bijvoorbeeld een les begint met nieuwe deelnemers, kun je de deelnemers willekeurig aan elkaar koppelen. Laat de deelnemers in tweetallen een tekening maken die iets over hen beschrijft en leg die dan uit aan de groep; los samen een puzzel op; of maak een “blinde wandeling” waarbij één persoon (met gesloten ogen) wordt geleid door de verbale instructies van een partner.
Wat we gemeen hebben
  • Tijd: 10 minuten
  • Sterke punten: Dit laat zien welke eigenschappen de deelnemers delen. Deze informatie is nuttig om later in de workshop uit te putten

De facilitator noemt een bepaalde eigenschap waarvan hij zeker weet dat die betrekking heeft op ten minste enkele deelnemers. Als de trainer bijvoorbeeld zegt: ‘iedereen met een huisdier’, gaan alle mensen met huisdieren naar een bepaalde ruimte in de ruimte. Als de begeleider meer kenmerken noemt – bijvoorbeeld ‘houdt van voetbal’ – gaan de deelnemers met wie dit verband houdt naar een andere ruimte.

Afbeeldingen
  • Tijd: 15 minuten
  • Sterke punten: Deze oefening helpt deelnemers hun tekenangst te overwinnen en stimuleert deelname op een leuke manier.

Het is vaak goed om een creatief aspect aan de activiteit toe te voegen om deelnemers aan te moedigen plezier te hebben en zich uit te drukken. Afbeeldingen zijn in dit verband bijzonder nuttig en kunnen op twee manieren worden gebruikt:

  1. Neem een afbeelding mee en laat de deelnemers discussiëren over wat zij vinden dat de foto voorstelt. Indien nodig kan dit worden gefaciliteerd met geleide vragen.
  2. Laat deelnemers hun eigen plaatjes tekenen die symbool moeten staan voor een onderwerp dat van tevoren door de begeleider is bedacht en gepresenteerd. Maak duidelijk dat de tekeningen niet artistiek verfijnd hoeven te zijn, maar eerder gezien moeten worden als stenografische aantekeningen. Dit zal de deelnemers aanmoedigen om zichzelf te uiten en hun creativiteit te stimuleren.

Welke methode je ook kiest, er moet een discussie op volgen Algemene vragen om de discussie te leiden Wat zie je in deze foto? Komt de situatie je bekend voor? Wat zijn de problemen in verband met deze afbeelding?

Naam spelletjes
  • Tijd: 5 – 15 minuten. Deelnemers: 10 tot 30.
  • Sterke punten: Stimuleert deelnemers om elkaars namen te leren op een leuke en plezierige manier.

Wanneer je meerdere mensen in een groep hebt, vooral met verschillende achtergronden, zullen ze waarschijnlijk een reeks verschillende namen hebben. Dit kan erg handig zijn voor het faciliteren van kennismakingsactiviteiten. Een speciale techniek om elkaars namen te leren is als volgt:

Iedereen kiest een werkwoord dat begint met dezelfde letter als hun naam (bijv. Jumping James). Begin met het gooien van een bal naar de eerste deelnemer en voer de actie uit terwijl je zijn naam zegt. Alle andere deelnemers doen de actie na. De bal wordt dan naar de volgende persoon gegooid, die de actie uitvoert die hij/zij heeft gekozen (bijv. Lucy uitlachen), voordat hij/zij verder gaat met de rest van de groep..

Machine
  • Tijd: 15 – 20 minuten
  • Sterke punten: Goed om op te warmen en vertrouwen te winnen. Het is ook geschikt om elkaar te leren kennen en de aandacht te verhogen.
  • Zwakke punten: Sessie is niet geschikt als de groep al energiek is, omdat het aandacht en gevoeligheid vraagt.

Deze oefening stimuleert deelnemers om aandacht aan elkaar te besteden door als onderdeel van een team te handelen. Laat iedereen zich opstellen tegen een muur. Eén deelnemer komt de ruimte in, zoekt een positie, voert een eenvoudige beweging uit en herhaalt die, terwijl hij een geluid maakt dat bij de beweging past. De tweede persoon moet dan een vervolgbeweging uitvoeren en een passend geluid maken dat aansluit bij de eerste persoon. Beetje bij beetje komen alle andere groepsleden erbij, zodat alles uitmondt in een complexe constructie van bewegingen en geluiden.

Opwinding delen
  • Tijd: 30 seconden – 2 minuten per persoon. Deelnemers: 3 tot 20.
  • Sterke punten: Een leuke en persoonlijke manier om de workshop te beginnen.

Deelnemers delen iets spannends met de groep dat hen onlangs is overkomen, bijvoorbeeld: “mijn vriend kwam op bezoek”, “we hebben dit jaar voor het eerst bramen geplukt”, “en ik ben naar een voetbalwedstrijd geweest”. Dit zorgt voor veel positieve energie in de ruimte en bevordert een band tussen de deelnemers door de persoonlijke aard van de activiteit. Het nieuws moet kort worden gehouden om het tempo en de energie van de oefening te behouden. Ontmoedig vragen en opmerkingen.